Spijkenisse-Hoogvliet
Dit wordt het laatste deel van de serie over planten uit mijn tuin. Ik zou best nog wel een paar afleveringen kunnen maken, maar het is welletjes zo.
Geum chiloense ‘Lady Stratheden’ (Nagelkruid) en Geum chiloense ‘Mrs. J. Bradshaw’ (Nagelkruid) Chiloé, foto van Gabriel Ruiz Geum chiloense komt onder meer voor op het eiland Chiloé, het op een na grootste eiland van Chili. Hier heerst een koud en vochtig klimaat, waarmee gelijk de optimale condities voor deze plant in de tuin bekend zijn. Toch zijn deze Geums niet moeilijk, al hebben ze liefst geen droge grond. Bijzonder aan de beide cultivars is, dat ze zuiver uit zaad terugkomen.
Chiloé, foto van Gabriel Ruiz Geum chiloense ‘Lady Stratheden’ is in 1921 geïntroduceerd door kwekerij Baker’s Nurseries in Codsall, Wolverhampton, Engeland.
Deze cultivar is genoemd naar Mary Elizabeth Scarlett (1796 – 1860), de eerste barones Stratheden in Schotland. De plant ontving van de Royal Horticultural Society de Award of Garden Merit, dit is een prijs voor goede tuinplanten, geschikt voor de Engelse tuin en het Engelse klimaat.
Geum 'Lady Stratheden' Geum chiloense ‘Mrs. J. Bradshaw’. Geum 'Mrs. J. Bradshaw'
Deze cultuurvariëteit is benoemd door kweker John Bradshaw uit Southgate, Engeland en geïntroduceerd in 1909.
Ook deze sterke plant is beloond met een Award of Garden Merit.
John Bradshaw schreef diverse tuinboeken, ook voor kinderen. Verscheidene delen van zijn 16 delige “Complete Guide to Better Gardening” zijn nog antiquarisch verkrijgbaar, bijvoorbeeld via Amazon en eBay.
Complete Guider to Better Gardening, deel 7 Amsonia hubrichtii Amsonia hubrichtii (Blauwe Ster) John Amson (1698 – 1765?) was een dokter en amateurbotanicus die vanuit zijn geboorteland Engeland naar Amerika vertrok en rond 1750 burgemeester was van Williamsburg in de kolonie Virginia.
Degene die het geslacht Amsonia naar hem vernoemde, was John Clayton (1694? – 1773), administrateur van Gloucester County, Virginia en tevens botanicus.
Diens plantenverzameling en aantekeningen werden de basis van de Flora Virginica (1739). Het geslacht Claytonia (Winterpostelein) is naar hem genoemd.
De soortnaam “hubrichtii” is eveneens afkomstig van een persoon, namelijk van de Amerikaanse zoöloog Leslie Hubricht (Los Angeles 1908 – Meridian 2005).
Hij was een autoriteit op het gebied van landslakken en weekdieren en legde een gigantische verzameling hiervan aan die te vinden is in het Field Museum of Natural History te Chicago. Naar Lesley Hubricht zijn 3 plantensoorten en 26 diersoorten genoemd.
Zelf benaamde hij niet minder dan 81 soorten landslakken van de oostelijke Verenigde Staten. Aster amellus 'Framfieldii' Leslie Hubricht in 1986, foto aangeleverd door Jochen Gerber Aster amellus ‘Framfieldii (Bergaster)
Toen ik deze aster met zijn diep paarsblauwe kleur voor het eerst zag tijdens een tuinenreis, wilde ik hem gelijk hebben.
Aster amellus groeit in het wild in bergstreken in Midden- en Oost-Europa. Hij is genoemd naar de rivier de Mella in de regio Lombardije in Noord-Italië.
De cultuurvariëteit ‘Framfieldii’ is dan weer genoemd naar het dorp Framfield in East Sussex, Engeland.
Dit dorp is waarschijnlijk al in de negende eeuw door de Angelsaksen gesticht en het wordt rond 1100 in een oud manuscript, het Domesday Book, vermeld.
Aster amellus ‘Framfieldii’ heeft van de Royal Horticultural Society een AGM (Award of Garden Merit) ontvangen. Deze prijs helpt ons tuiniers dus om de beste planten voor de tuin te kiezen.