Spijkenisse-Hoogvliet

IN DE TUIN: WILDE PLANTEN UIT CANADA

door Frans

In de vorige Nieuwsbrief schreef ik over ‘onkruiden’ – ik bedoel ‘wilde planten’ – die niet misstaan in de siertuin. Het ging hier vooral over inheemse soorten, dus soorten die in ons land in het wild voorkomen.

Als we nog wat beter kijken naar de planten die we in onze tuin toepassen, dan ontdekken we dat er ook veel bij zijn die elders in de wereld in het wild groeien en het bij ons ook willen doen. Ze hebben zoveel sierwaarde dat we het de moeite waard vinden om ze toe te passen. Denk maar eens aan de vele soorten botanische tulpjes uit onze tuinen die in het wild te vinden zijn in het Midden-Oosten, of aan de onvolprezen Verbena bonariensis die van oorsprong uit Zuid-Amerika komt (Bonariensis betekent: 'uit de omgeving van Buenos Aires (= Bonaria)’.

Afgelopen zomer waren mijn echtgenote en ik op vakantie in het oosten van Canada, om precies te zijn in Nova Scotia. Ik ontdekte dat daar tientallen plantensoorten in het wild voorkomen die wij in onze tuinen hebben staan.

Zo vind je in de uitgestrekte bossen van Nova Scotia een aantal die we in Nederland toepassen in de schaduwtuin. Actaea rubra (Christoffelkruid, met rode bes) en Actaea racemosa (Cimicifuga racemosa, Zilverkaars) groeien beide ook in mijn eigen achtertuin, in een ondergroei van Cornus canadensis (Canadese Kornoelje) en Gaultheria procumbens (Bergthee). De laatste is een wintergroen dwergstruikje met ovale blaadjes en rode bessen, dat vaak in het najaar bij tuincentra wordt verkocht om de bloembakken in de winter op te fleuren.

Tot de meer bijzondere bosplanten van Nova Scotia die in Nederland in cultuur zijn, reken ik onder meer Arisaema triphyllum (Jan-op-de-Preekstoel), Sanguinaria canadensis (Bloedwortel), Trillium grandiflorum (Drieblad of Boslelie), alle via internet goed verkrijgbaar.

Mijn mooiste vondst van bosplanten in Nova Scotia was echter wel het Venusschoentje of Vrouwenschoentje, in verschillende tinten tussen wit en bruinrood. In deze Canadese provincie komen 4 soorten Venusschoentjes voor. Ik was echter al blij met de vondst van deze ene soort (Cypripedium acaule). Venusschoentjes willen helaas in onze tuinen moeilijk groeien; ze zijn het meest geschikt voor de ka

Ik kan niet nalaten hier ook een foto te tonen die ik gemaakt heb in de Dolomieten. Het is Cypripedium calceolus, de enige Venusschoen die in West- en Midden-Europa in middelgebergten, vooral in naaldbossen, voorkomt. Helaas zijn de bloemen nog niet helemaal geopend, zodat de heldergele opgezwollen onderlip, in de verte iets weghebbend van een schoen, nog niet zichtbaar is. Wil je weten welke schitterende kleurencombinatie dit geeft, google de plant dan maar eens.

Tot zover de schaduwplanten. Maar er groeit nog zoveel meer in Nova Scotia dat wij graag in onze tuinen zien.

In bermen en op grazige plekken bijvoorbeeld komen vele soorten Aster (Aster) en Guldenroede (Solidago) voor. In totaal telt Nova Scotia wel 19 astersoorten en van Guldenroede zijn er zelfs 20 soorten.

Op de Guldenroedes zal ik hier niet verder ingaan. De Asters geef ik wat meer aandacht, omdat er zoveel cultuurvariëteiten van gekweekt worden en ze in de herfstborders zo’n prominente plaats innemen.

Van de 19 Asters van Nova Scotia bieden alleen al de Hessenhof en de firma Esveld er 7 aan, namelijk de soorten

Aster tradescantii en Aster radula en enkele kweekvormen van Aster macrophyllus, Aster cordifolius, Aster umbellatus, Aster novi-belgii en Aster lateriflorus.

Aster radula is een violetblauwe nazomer-bloeier die van oorsprong vooral in graslanden groeit. In mijn tuin breidt hij zich snel uit door middel van lange wortelstokken. Je zou dus kunnen zeggen dat hij de neiging heeft tot woekeren. De lange bloei en de helgele herfstkleur maken hem echter onmisbaar in de border.

Aster macrophyllus (Grootbladige of Grote Aster) is een licht lilablauw bloeiende bosplant die in de tuin een humusrijk plekje in de halfschaduw verlangt en het zelfs in diepe schaduw nog goed doet. Op een zonnige plek in de border is de plant ook bruikbaar. De bodem moet dan wel goed vochthoudend zijn.

Aster cordifolius met een hoogte van ruim een meter is een herfstaster met lichtblauwe bloemen. De wilde soort groeit in graslanden en in de tuin is een zonnige plaats dan ook een vereiste.

Aster umbellatus is eveneens een hoge plant. Hij heeft een wat slordige groei en is geschikt voor een zonnige plek achterin de border. De bloemen zijn wit met een geel hart.

Aster lateriflorus (Kleine Aster) is een stevige, nette plant die ook als solitair te gebruiken is, bijvoorbeeld te midden van lage bodembedekkers.

Hij wordt zo’n 70 cm hoog en is in de herfst overdekt met een weelde aan kleine witachtige bloempjes met een roodpaars hartje.

De plant heeft volgens tuinboeken graag een zonnige, warme plek en verdraagt de concurrentie van andere planten niet zo best. In mijn tuin staat de cultivar ‘Prince’ tussen vrij hoge planten in de halfschaduw dus helemaal verkeerd. Ik zal hem binnenkort maar verplanten.

Aster novi-belgii (Nieuw-Nederlandse Aster) tot slot is een soort waarvan een zeer groot aantal cultuurvariëteiten wordt gekweekt, in allerlei kleuren en maten. In mijn tuin groeit al tientallen jaren de gevuldbloemige cultivar ‘Royal Ruby’, die niet hoger wordt dan 40 cm. Het is een nette plant met donkergroen blad, die in de herfst enkele weken lang overdekt is met roserode gevulde bloemen. Een mooie plant om vooraan in de border te zetten.

Helaas ontbreekt hier de ruimte om nog meer Canadese planten te bespreken en af te beelden. Ik had graag nog wat foto’s willen laten zien van prairieplanten zoals Verbena hastata en Rudbeckia hirta, of van vleesetende planten als Sarracenia purpurea. Misschien iets voor de volgende nieuwsbrief?