Wacht even… Denk nu niet dat ik ineens de trotse bezitter ben van een prairietuin. Was dat maar waar! Deze titel heb ik alleen maar gekozen voor het geval dat ik ooit nog de ruimte en de tijd kan vinden om er een prairietuin op na te houden.
Maar ik wil wel alvast vertellen, hoe deze er uit komt te zien.
Eerst wat over de prairies.
Deze zijn in het centrale deel van Noord-Amerika te vinden in gebieden waar door het droge klimaat nauwelijks bomen kunnen groeien.
In vroegere tijden waren het onafzienbare vlaktes van voornamelijk grassen, waarop miljoenen bizons graasden. Akkerbouw en veeteelt hebben echter de oppervlakte oorspronkelijke prairie gereduceerd tot relatief kleine gebieden, die vaak worden beheerd door overheden en particuliere organisaties. Zij proberen de rijkdom aan dieren- en plantensoorten in stand te houden.
Op de prairie groeien grassen en kruiden die diep wortelen. Zij kunnen daardoor profiteren van het schaarse water en zijn goed bestand tegen prairiebranden. In droge perioden houden de wortels van de planten de grond bijeen en wordt bodemerosie als gevolg van de vaak sterke wind die over de vlakten waait, tegengegaan.
Mijn prairietuin wordt niet zomaar een tuin met planten die van oorsprong op de prairie groeien. Ik wil een tuin die het hele jaar door mooi is en weinig onderhoud nodig heeft in de vorm van wieden, bemesten, opbinden of water geven.
Het beste ga ik uit van een zonnig gelegen, kaal stuk grond met een flinke oppervlakte, minimaal 10 bij 5 vierkante meter, om tenminste een beetje het idee te krijgen van een weidse vlakte. Hier kan ik met een slingerpad een mooie looproute in maken, zodat ik de planten ook van dichtbij goed kan bekijken. Dit slingerpad maak ik van grind of split van kalksteen of lava.
Hetzelfde materiaal wordt ook gebruikt als 5 cm dikke afdeklaag van de grond na het planten, ten einde vocht en warmte beter vast te houden. De tuin krijgt alleen water vlak na het planten en daarna nooit meer.
Ik kies planten die van oorsprong op de prairie groeien en dus goed tegen droogte kunnen. Het zijn planten die vooral vertikaal groeien en niet te bossig worden of gemakkelijk omvallen. Ze mogen niet woekeren, maar zich van mij wel uitzaaien.
Grassen maken het grootste deel van de beplanting uit. Maar hoewel er tegenwoordig vele prachtige grassoorten in een ongekende veelvormigheid in de handel zijn, wordt een prairietuin van voornamelijk gras en een enkele kleurige bloemplant een beetje saai.
Als tuinliefhebber wil ik graag het hele jaar door iets b(l)oeiends zien. Ik zal dan ook naar verhouding veel meer bloeiende planten toepassen en bij de plantkeuze extra letten op een rijke bloei en een lange bloeitijd. Dit houdt in dat ik vaak niet de wilde soort, maar een gekweekte vorm zal planten. Omdat veel prairieplanten pas laat op gang komen, plant ik bovendien extra voorjaarsbollen als Camassia en Allium.
Grassen en afgestorven planten laat ik na de bloei staan; ze zorgen voor een boeiend winterbeeld.
De grassen en de overige planten worden op een schijnbaar willekeurige manier geplant. Anders dan bij een border zet ik ze niet in groepen van 3, 5 of 7, enz. Ik plant ze in langgerekte slierten, met ertussen herhaalde groepen van verschillende grootte en met opvallende planten als solitair. Zo krijgt de beplanting de gewenste natuurlijke uitstraling.
Over het onderhoud kan ik kort zijn.
Behalve de jaarlijkse maaibeurt (met de elektrische heggenschaar) beperkt het zich vooral tot regelmatig wieden, het verwijderen van wat al te enthousiaste zaailingen en het uitdunnen van te dominante planten. Het maaien doe ik begin februari, voordat de bollen opkomen. Het maaisel voer ik af, zodat er geen organisch materiaal blijft liggen als voedingsbodem voor onkruidzaden. Ik kan de tuin daarna zelfs met een bladblazer schoonblazen. Zo is hij weer klaar voor het nieuwe groeiseizoen.
De volgende keer hoop ik wat te kunnen schrijven over de plantensoorten die ik in de prairietuin wil toepassen. Wie alvast meer wil weten kan terecht op de site van Lianne Pot (http://www.prairietuin.nl/) en die van Jan Spruyt (http://www.vasteplant.be). Aan deze beide kenners heb ik veel van mijn ideeën over prairietuinen te danken.