Groei-en-bloeileden die mij een beetje kennen, weten dat ik graag op de hoogte ben van de precieze namen van planten.
En dan niet alleen van de Nederlandse, maar vooral van de wetenschappelijke namen. (De meeste mensen hebben het over latijnse namen.)
Ik wil van elke plant altijd weten welke soort het is en tot welke variëteit of cultuurvariëteit hij behoort. En dan ontkom je er niet aan om de wetenschappelijke naam te gebruiken. Planten waarvan ik de juiste naam niet weet of niet kan opzoeken, komen bij mij niet in de tuin.
Bij onze plantenruilochtenden laat ik dan ook planten met de aanduiding “blauwe iris” of “lage aster” maar staan, al maken ze me nóg zo hebberig. Je kunt het een afwijking noemen, maar ik vind het zelfs leuk om ook de betekenis te weten van die wetenschappelijke plantennamen. Zo’n plantennaam geeft namelijk vaak aan, hoe een plant er uitziet (Rudbeckia triloba = Zonnehoed met drielobbig blad) of de plaats waar een plant bij voorkeur groeit (Anemone nemorosa = Anemoon uit het bos = Bosanemoon).
De naam kan ook iets zeggen over de kleur, de groeivorm of het gebruik van de plant. Bovendien hebben veel planten namen die iets vertellen over een persoon naar wie de plant genoemd is, of over een plaats op aarde waar de plant mogelijk van oorsprong vandaan komt. Het leek mij een uitdaging om juist dát eens uit te zoeken.
Dus ben ik in mijn eigen tuin op zoek gegaan naar planten waarvan ik het vermoeden had dat de naam afgeleid was van een persoon of een geografische plaats. Vervolgens heb ik met behulp van boeken en het internet uitgezocht wie die persoon is (of was) of waar die locatie op aarde te vinden is. Dit probeer ik in dit artikel per plant kort te beschrijven en met foto’s te illustreren. Het blijkt trouwens dat erg veel planten uit mijn tuin ervoor in aanmerking komen.
Daarom zal dit artikel over plantennamen meerdere afleveringen gaan tellen. Ik ga ervan uit dat het onderwerp – zeker vanwege de illustraties - zo boeiend is, dat jullie dit geen probleem zullen vinden.
Echeveria. De botanische naam voor de vetplant Echeveria is een eerbetoon aan de Mexicaanse botanisch tekenaar en natuuronderzoeker Atanasio Echeverría y Godoy (1771-1803). Hij nam deel aan verscheidene natuurexpedities in MiddenAmerika. Tekening van een Echeveria door Atanasio Echeverria.
Salvia ‘Dyson’s Crimson’ (Salie). William Dyson is de Engelse nationale collectiehouder van Salvia's. Hij is beheerder van de prachtige tuin van het landgoed Great Comp bij Sevenoaks (Kent). In deze tuin heeft hij zijn eigen salviakwekerij: Dyson’s Nurseries. Hier zal deze cultuurvariëteit van Salvia wel ontstaan zijn. Dyson’s Nurseries heeft een eigen website (www.dysonsalvias.com), evenals de tuin van Great Comp (https://greatcompgarden.co.uk). Deze sites zijn zeer het bezoeken waard, ook als u wilt weten hoe William Dyson eruit ziet. Salvia ‘Dyson’s Crimson’ Helianthemum ‘Ben Hope’ (Zonneroosje).
Ben Hope is een berg gelegen in het noorden van de Schotse Hooglanden. De hoogte is 927 meter. De berg is driehoekig met een grote steile klif in het westen en uitlopers naar het zuiden en het noordoosten. Helianthemum ‘Ben Hope’ Ben Hope, Schotland.
De hoogste berg van GrootBrittannië is de eveneens in Schotland gelegen Ben Nevis (1345 m). Ook naar deze berg is een Zonneroosje vernoemd: Helianthemum ‘Ben Nevis’. Deze heeft oranje bloemen met een oranjerood hart. Schotse bergen zijn toch al populair bij de naamgevers van Zonneroosjes. Zo heb ik onder meer de variëteiten Ben Nevis, Schotland ‘Ben More’, ‘Ben Fhada’, ‘Ben Ledi’ en ‘Ben Vane’ kunnen vinden.
Geranium maderense (Ooievaarsbek). Maderense betekent: afkomstig van Madeira. Deze Ooievaarsbek komt van oorsprong alleen op het Portugese eiland Madeira voor. Het is misschien wel ‘s werelds grootste geranium en hij wordt ongeveer 1,5 meter hoog en breed. Helaas is hij zeldzaam in zijn natuurlijke habitat, maar hij is gelukkig bij ons vrij algemeen als kuipplant.
Verbena bonariensis (Stijf IJzerhard). De naam bonariensis betekent: afkomstig van Buenos Aires, de hoofdstad van Argentinië. Nu moet men dat ook weer niet te letterlijk nemen; de plant heeft natuurlijk een veel groter verspreidingsgebied in dit deel van ZuidAmerika.
Delosperma ‘Graaff-Reinet’ en Delosperma ‘Sani Pass’ (IJsbloem). Delosperma is een vetplantje met een kruipende groeiwijze en daardoor heel geschikt voor in een ondiepe schaal of de rotstuin. Van oorsprong komt deze plant voor in de Verbena bonariensis Provincie Oost-Kaap in de Republiek Zuid-Afrika. De cultivar-namen geven dit ook aan. Graaff-Reinet is een stad van 27.000 inwoners in deze provincie, eind achttiende eeuw gesticht door Nederlandse kolonisten. De stad werd in 1785 genoemd naar de toenmalige gouverneur van de Kaapkolonie, Cornelis Jakob van de Graeff, en zijn vrouw Hester Cornelia Reynet. en Cornelis Jakob van de Graeff Hester Cornelia Reynet Delosperma ‘Graaf-Reinet’ Delosperma ‘Sani Pass’ Delosperma ‘Graaff-Reinet’ De Sanipas is een bergpas tussen ZuidAfrika en Lesotho. Dit is de enige route om van ZuidAfrika naar de oostkant van Lesotho te komen en de hoogste bergpas in Zuidelijk Afrika waar motorvoertuigen kunnen rijden. De bergpas ligt op 2876 m hoogte in de Drakensbergen. Sanipas, Zuid-Afrika (foto Ans Schoneveld)
Salvia microphylla ‘Cerro Potosi’ en Salvia coahuilensis (Salie). Veel van de kleinbladige Salvia’s groeien in het wild in Midden-Amerika. De naam van de eerste cultivar komt van de Cerro El Potosí, de hoogste berg (3721 m) in de oostelijke Sierra Madre in Mexico. In dezelfde bergketen vinden we El Coahuilón met een hoogte van 3575 meter. Salvia coahuilensis heeft hoogstwaarschijnlijk aan deze berg zijn naam ontleend. Salvia ‘Cerro Potosi‘ Cerro el Potosi, Mexico Salvia coahuilensis
…………..Wordt vervolgd…..
Frans
Gebruikte bronnen: Internet (Wikipedia, Google-zoekmachine) ABC van het Plantenlatijn. Betekenis van botanische namen. Door Guy de Kinder. De grote ontdekkingsreizigers. Redactie: Robin Hanbury-Tenison. Tijgers op de Ararat. Natuurhistorische reisverhalen 1700 – 1950. Door Anne S. Troelstra. Planten van naam. Door Alex Pankhurst.