Slakken – mijn privé-oorlog.

In het vorige nummer beëindigde ik mijn stukje over de slakkenplaag in mijn tuin met de vraag:

 “Wat doet ú trouwens tegen slakken?”

De volgende reacties wil ik u niet onthouden.

Jutta geeft deze tips:

Wat soms helpt tegen slakken is een gat in de aarde, daar een klein bakje inzetten met bier. De slakken zijn gek op bier en verdrinken dan.

Ik heb ook andere zomerbloemen gekocht.

Geraniums en Begonia's vinden de slakken niet lekker.

Voor de achtertuin heb ik skypotten gekocht. Dat zijn bloemenpotten op een steel van metaal. In deze potten heb ik hangende Begonia's ‘Waterfall’ geplant. Het is een prachtig gezicht.

Nog nooit een slak in deze potten gezien.

Ook helpt: iedere avond met een zaklamp kijken en de slakken oprapen.

Ze wenst mij ook heel veel succes met de slakken.

Els  weet ook veel over deze plaag te vertellen: ‘Oorlog voeren’ tegen slakken is een hopeloze zaak. Ze komen altijd terug, via de buren, uit de grond, vanaf het openbaar groen/plantsoen. Dus leer er mee leven, door planten in de tuin te zetten die ze niet lusten of zoals ik het doe: strooi na het snoeien het snoeiafval (niet de harde takken) tussen de planten.

Want een slak is lui, gemakzuchtig. Ze eten liever (makkelijker) half verlept groen dan stevig groen. Mijn tuin heeft dan ook geen last van slakken/slakkenvraat, zowel de naakt als de aangeklede slakken vermaken zich er uiteraard prima.

Wellicht helpt het ook dat onze tuin een egel-, insecten- en vogeloase is…

Beide dames wil ik hartelijk bedanken voor hun bemoedigende woorden.

En ik ga beslist met hun ideeën aan de slag.

F. Lox