Door Frans
Dit wordt het voorlopig laatste deel van de serie. Ik kan me voorstellen dat jullie intussen genoeg hebben van het wel en (vooral) wee van mijn prairietuintje. Toch ben ik van plan om jullie af en toe een foto van de prairietuin te laten zien.
In het vorige nieuwsblad vertelde ik hoe de beplanting het deed gedurende de warme, droge zomer. Ik schreef ook hoe ik verwachtte dat de verschillende soorten zich zouden ontwikkelen. Ik ga jullie nu vertellen wat daarvan is uitgekomen.
Op de foto is het eind september. Je ziet een stukje prairietuin dat een paar jaar geleden beplant is. Van links naar rechts zijn duidelijk herkenbaar: Guldenroede (Solidago rugosa ‘Fireworks’), de oranje verkleurende bladeren van Gillenia trifoliata en de Zonnehoed (Rudbeckia fulgida var. deamii). Deze planten staan er florissant bij. Ze hebben duidelijk geen last gehad van de droge zomer.
Ook de foto op de volgende pagina is van eind september. Links zie je de aparte ronde bloemen van de Zonnehoed ((Rudbeckia triloba). Deze is in de nazomer nog flink gaan groeien en bloeien, al is hij maar half zo hoog (ongeveer een meter) geworden als zou moeten.
Rechts staan Zonneogen (Heliopsis scabra ‘Summernights’). Hoewel wat laat op gang gekomen en daardoor eveneens laag gebleven, zijn ook deze planten nog goed gaan groeien en bloeien. De Slangenkop (Penstemon digitalis ‘Husker Red’) op de achter-grond, met roodbruin verkleu-rende bladeren, heeft al vroeg in het jaar gebloeid en gaat nu met mooie, volle bladrozetten de winter in.
Het grootste deel van de jongere prairiebeplanting heeft het deze zomer echter heel zwaar gehad. In het vorige artikel is hier al het een en ander over gezegd. Van een aantal soorten vertel ik hieronder in hoeverre ze er bovenop zijn gekomen.
De beide grassoorten Schizachyrium scoparium ‘Cairo’ en Sporobolus heterolepis zijn pas in oktober gaan bloeien met een paar pluimen. Het gaat de komende zomer vast goed komen met deze grassen.
Van de geelbloeiende Rode Zonnehoed (Echinacea paradoxa) vind ik nog maar één zielige plant terug, die waarschijnlijk de winter niet overleeft. De rose soort (Echinacea pallida) doet het niet veel beter. Slechts 2 van de 5 planten hebben een enkele bloem laten zien en slechts één plant lijkt sterk genoeg gegroeid om de winter door te komen.
De Flox (Phlox paniculata) heeft de zomer overleefd en zal ook volgend voorjaar weer terug te vinden zijn.
Tot slot de Blauwe Ster (Amsonia hubrichtii). Hij mag van mij best wat sneller in omvang toenemen, maar het lijkt me wel een sterke plant. Vanaf oktober heb ik bovendien wekenlang kunnen genieten van de prachtige, gele herfstkleur.
Zo heeft dit verhaal al met al een positief einde. En ik kijk nu al uit naar wat het nieuwe tuinseizoen in mijn prairietuin brengen zal.